09 juli 2019 - Voetbaltrainer
Betty Notenboom schreef een levensboek voor meneer Baidjoe.
Dit is een fragment.
Alleen in Nederland zou ik het diploma voor voetbaltrainer kunnen halen en ik besloot dus voor een tijdje uit Suriname weg te gaan. Ik zou eerst alleen gaan en als ik werk en een huis gevonden had, zouden mijn vrouw en twee kinderen volgen.
Toen ik op 3 april 1972 in Nederland aankwam, werd ik op Schiphol ontvangen door de broer van een vriend, Bisoen Gayadien, die al in Rotterdam woonde. Ik zou de eerste tijd bij hem gaan wonen in de Adrianastraat, een zijstraat van de Kruiskade. Nog altijd ben ik dankbaar dat hij me zo gastvrij heeft opgevangen.
Meteen na mijn aankomst ging ik op zoek naar werk en dat vond ik ook diezelfde week nog, via een uitzendbureau bij een bedrijf in de Spaanse Polder, een machinefabriek die administratieve achterstand had. Die achterstand had ik snel weggewerkt. Het hoofd van de afdeling boekhouding was zo blij met me dat hij me graag in vaste dienst had willen nemen, maar er was geen plaats voor mij. Hij is toen voor mij gaan bellen en had al snel succes bij brillenzaak Rinck, die het hoofdkantoor ook in de Spaanse Polder had. Ik mocht op dezelfde dag dat de chef gebeld had al komen praten en ik kon ook direct beginnen.
Veel tijd om te wennen aan Nederland heb ik niet genomen. Ik ging meteen aan het werk en ’s avonds aan de studie. Dat was niet de studie voor trainer, want doordat ik een knieblessure gehad had en daar ook een operatie voor had moeten ondergaan, kon ik bepaalde dingen niet goed genoeg, dus ik begon aan de opleiding voor jeugdtrainer. Daarnaast bleek de chef bij Rinck ook les te geven bij Praehep, een instelling voor administratieve cursussen, waar ik boekhoudlessen ging nemen. In Suriname had ik het te druk gehad om het diploma te halen, maar in Nederland heb ik het tenslotte wel gehaald.
Nederland vond ik koud en somber en in de buurt waar ik kwam wonen waren de huizen dicht op elkaar en oud. In het begin heb ik het best vaak koud gehad, ik had uit Suriname geen warme kleding meegenomen en die moest ik hier dus kopen. Hoewel mijn gezin nog niet bij me was, was ik niet alleen: er kwamen veel mensen op bezoek. Het was nog vóór 1975, het jaar van de onafhankelijkheid, dus in de Kruiskadebuurt woonden nog niet zo veel Surinaamse mensen als later en Surinaamse winkels waren er ook nog bijna niet. Ik at mee met de anderen die in dat huis woonden.
De jongens die ik had leren kennen toen ik bij de Kruiskade woonde, gingen elke vrijdagavond stappen om bier te drinken. Daar vond ik niets aan, en ik zei tegen Bisoen, de man die mij had opgevangen: “Kunnen we niet ergens een balletje gaan trappen?” Hij stelde voor dat we naar ’t Kralingse Bos zouden gaan. De eerste keer dat ik dat deed, waren we met niet meer dan vier jongens. Maar al snel kwamen er meer.
Ik was op 3 april in Nederland aangekomen, en op 23 april had ik voldoende spelers om de Rotterdamse tak van Jai Hind op te richten. Ik kon de twee elftallen die ik in mijn eerste drie weken in Nederland uit de grond gestampt had, gaan inschrijven bij de KNVB, die toen in de Witte de Withstraat zat.
De kamer die ik had bij de Kruiskade was niet geschikt om er met mijn gezin te wonen. Ik ging op zoek naar een eigen woning. Een vriend van me wist een huurwoning in de Waterloostraat in Kralingen en in mei kon ik daarheen verhuizen. Zoals in die tijd gebruikelijk was, moest ik ‘overname’ betalen voor vrijwel niets, niet minder dan 3000 gulden. Ik moest er geld voor lenen, en ook om het huis zo in te richten dat ik er met mijn gezin zou kunnen wonen. Het huis was een driekamerwoning met een zolder en dus prima geschikt voor mijn gezin. Mijn vrouw en kinderen kwamen in juni aan in Nederland. Ik ging ze samen met een vriend in zijn auto ophalen; ik had nog niet genoeg zelfvertrouwen in het Nederlandse verkeer om zelf te rijden.
Toen ik uit Suriname vertrok, had ik mijn ouders beloofd dat ik terug zou komen. Maar toen bekend werd dat Suriname in 1975 onafhankelijk zou worden, hadden wij daar geen vertrouwen in en wij besloten dus in Nederland te blijven. Behalve mijn ouders, die erg verdrietig waren dat ik niet terug zou komen, kwamen veel van mijn familieleden ook naar Nederland, en wij zorgden voor de opvang.
Reacties op Voetbaltrainer
Naam | Bericht |
Reageer op Voetbaltrainer
<<< Overzicht