20 oktober 2020 - Miscommunicatie
Christa Verboom schrijft een levensboek voor Khadija Sakni. Dit is een fragment.
Ik woonde in Fez, ik had ambities en wilde heel graag naar de universiteit. Maar ik werd uitgehuwelijkt. Ineens lag mijn fijne leven in Fez achter me, en woonde ik met een onbekende familie kilometers ver weg van mijn vertrouwde Fez. Het leven was niet makkelijk daar op die kale berg.
Het eerste moeilijke obstakel waar ik mee te maken kreeg was de taal. Ik sprak Arabisch en mijn schoonfamilie Berbers. De meeste familieleden spraken wel gebrekkig Arabisch, maar het was bijna niet te doen om elkaar te begrijpen. Elke plek in Marokko kent zijn eigen Arabische accent. Ik had vaak uitleg nodig, ze gebruikten namelijk totaal andere woorden en dat leidde continue tot miscommunicatie. Gelukkig sprak het zusje van Mohammed prima Arabisch, dus zij vertaalde veel.
Eenmaal per week ging mijn schoonvader naar de markt in Mezguetem om de wekelijkse boodschappen te doen. Omdat het erg ver weg was, en de familie supergroot was, moest er altijd heel veel eten gekocht worden. Zulke grote hoeveelheden boodschappen had ik als kind nooit gezien. In Fez waren de winkels dichtbij, en wij hadden, anders dan mijn schoonfamilie, gewoon een koelkast. Maar mijn schoonfamilie had daar op die berg dan wel geen koelkast, ze hadden goede alternatieven om hun voedsel koel te houden en niet te laten bederven. Zo werd munt ook op een speciale manier bewaard.
Op een dag kwam mijn schoonvader terug van de markt, hij zei tegen mij dat ik een doek moest pakken en daarop moest blazen voor de houdbaarheid van de munt. Ik bleef staan, en ik vroeg nogmaals wat ik moest doen. Ik had het vast niet goed verstaan. Mijn schoonvader herhaalde ongeduldig dat ik op een doek moest blazen. Ik begreep hem niet. Ik vroeg wat de bedoeling was van op een doek blazen, het sloeg nergens op. Mijn schoonvader reageerde daarop met de vraag of ik Arabisch of Chinees sprak. Waarop ik verontwaardigd antwoordde: ‘Arabisch natuurlijk!’
‘Je bent een ezel!’ zei hij. Ik zei dat ik dan op het doek zou blazen, ook al had dat helemaal geen zin. Dan was ik maar een ezel. Op dat moment kwam het zusje van Mohammed aanlopen en zag ons stuntelen. Zij luisterde naar ons gesprek en vertelde toen dat het woord dat haar vader gebruikte een compleet andere betekenis had in hun taal. In mijn Arabisch betekende het woord dus blazen maar in hun taal betekende het: het doek natmaken met water. Toen viel het kwartje, het doek nat maken om vervolgens de munt erin te wikkelen leek inderdaad logischer dan op het doek blazen. De miscommunicatie was opgelost. En het was duidelijk dat ik hun taal moest leren.
Reacties op Miscommunicatie
Naam | Bericht |
Reageer op Miscommunicatie
<<< Overzicht